Naast de reguliere concertzalen, zullen er tijdens Festival Zeeland Klassiek ook concerten te horen en beleven zijn op unieke plekken in Zeeland! In deze reeks zetten we de locaties in the picture.
Met vandaag: Het oude Stadhuis van Goes.
Voor de geschiedenis van het Stadhuis van Goes (de naam Goes komt van de kreek “korte gos”, waaraan deze stad ontstond) moeten we terug naar de 14e eeuw. Het stadhuis is begonnen als toren. De rechter toren vanaf de Grote Markt gezien. Een dergelijke verdedigbare toren – ook wel donjon genoemd – was in de roerige 14e eeuw hard nodig. Het duurde immers tot 1417 voor Jacoba van Beieren aan Goes het privilege verleende om muren, poorten en grachten rond de stad te maken.
De toren werd in gebruik genomen als gevangenis (“vanghus”), het zogenaamde gravensteen. Daarnaast diende de toren als waag, een plaats waar goederen werden gewogen. Naast en achter deze toren werden nog verschillende vertrekken aangebouwd. Zo werd er een vleeshal gebouwd, waarin na de laatste restauratie Lunchcafé Stadhuis zich vestigde. De vleeshal was oorspronkelijk vermoedelijk van hout, wat later vervangen werd door 7 grote stenen kruisgewelven. Deze vormen nog altijd de basis voor de huidige ambiance van het lunchcafé.
Verder werden een ontvangstruimte, een vergaderruimte en een vierschaar aangebouwd. In de vierschaar kwamen schout en schepenen bij elkaar om “overtreders” te berechten. In 1390 werd de vierschaar grondig verbouwd. De vierschaar is tegenwoordig in gebruik als trouwzaal. Dat er ooit recht werd gesproken is nog duidelijk te herkennen aan het hek waarachter destijds de overtreders stonden, de plafond-ornamenten en de schilderijen met engeltjes. Ook buiten op de gevel van het huidige stadhuis is het zichtbaar. Daar staan twee beelden, Justitia (gerechtigheid) en Prudentia (voorzichtigheid).
Pas vanaf 1405 kan eigenlijk met recht gesproken worden van “het Stadhuis” van Goes. Sinds dat jaar wordt Goes in de brieven van de graaf aangesproken met “Stad”.
Nadat ook de hoofdwacht zich in het stadhuis had gevestigd wordt omstreeks 1484 een nieuw deel aangebouwd ten behoeve van een weeskamer. Dit deel werd opgetrokken in een gotische stijl als kruisgewelf. Naderhand wordt hiernaast nog een huis gebouwd, welke tijdens de restauratie van 1771 tot toren verbouwd wordt. De Kronieken vermelden dat er in 1665 een brand in het Stadhuis van Goes gewoed heeft. Daarbij brandde een deel van de toren uit.
Vanaf 1771 wordt het huis van de gemeenschap grondig gerestaureerd en verbouwd volgens de ideeën van die tijd, de Rococo. Dit betekende een gehele wijziging van het exterieur en voor een deel ook het interieur van het Stadhuis. De rechtertoren werd hoger en voorzien van koepels en klokken, een heus Belfort.
De originele gevangenissen bleven gehandhaafd. Ook nu zijn op de muren en de dikke zware deuren nog tekeningen en letters te zien van hen die daar ooit opgesloten zaten.
Het meest linkse huis werd verbouwd tot 2e toren als tegenhanger van het Belfort. Tussen de torens kwam een balustrade van Bremer zandsteen met in het midden het Stadswapen en de 2 eerder genoemde beelden. De hoofdingang is van hardsteen met gesmede deuren in Lodewijk XV-stijl met daarvoor een hardstenen bordes met twee leeuwen. Vanaf die tijd is ons monument vrijwel onveranderd gebleven.
Hoewel de diverse vertrekken nieuwe bestemmingen kregen bleef de architectuur van het Stadhuis grotendeels bewaard. Sinds 1780 vonden geen noemenswaardige verbouwingen plaats.
Toen het bestuur en de ambtenaren verhuisden naar een modern Stadskantoor werd in 1967 begonnen aan de tot op heden laatste restauratie. Deze heeft de 18e eeuwse verbouwingen ongewijzigd gelaten. Het Stadhuis wordt sindsdien gebruikt voor vergaderingen, huwelijken en officiële ontvangsten. De volledige beneden verdieping kreeg een horeca bestemming; Het Lunchcafé Stadhuis!
Locatiegegevens: Lange Kerkstraat 1, 4461 JG Goes