De Nederlandse sopraan Judith van Wanroij voltooide haar zangstudie aan het Conservatorium van Amsterdam bij Margreet Honig en aan De Nederlandse Opera Academie. In 2003 won ze de eerste prijs bij de Erna Spoorenberg Vocalisten Presentatie. In 2005 nam ze deel aan de Jardin des Voix, de academie van Les Arts Florissants onder leiding van William Christie.
Van Wanroij maakte haar operadebuut in de titelrol van ‘La Périchole’ en vertolkte sindsdien diverse rollen in repertoire dat zich uitstrekt van Oude Muziek tot en met Laat Romantiek. Zo zong zij onder meer Musetta in ‘La Bohème’, Drusilla in ‘L’incoronazione di Poppea’, Belinda in ‘Dido and Aeneas’, Echo in ‘Ariadne auf Naxos’, Ilia in ‘Idomeneo’, de titelrol in ‘Orfeo’ van Rossi, Despina in ‘Così fan Tutte’, Donna Elvira in ‘Don Giovanni’ en La Contessa in Le Nozze di Figaro.
Ze trad op in gerenommeerde operahuizen en festivals, zoals Teatro Real in Madrid, De Nationale Opera in Amsterdam, Lincoln Center in New York, Gran Teatre del Liceu in Barcelona, Théâtre des Champs-Élysées, Wiener Festwochen en Festival d’Aix-en-Provence.
In 2010 ontving Van Wanroij de Grachtenfestivalprijs, waarbij de jury haar prees om haar “pure, oprechte benadering van de muziek”.
Daarnaast heeft ze zich gespecialiseerd in Franse barokmuziek en werkte ze samen met dirigenten als William Christie, René Jacobs, Christophe Rousset, Hervé Niquet en Frans Brüggen.
